Veelgestelde vragen - Gezondheid
De Gezondheidsraad heeft zich in samenwerking met het RIVM gebogen over de vraag of omwonenden van landbouwpercelen gezondheidsrisico's lopen door toepassing van gewasbeschermingsmiddelen. Zo heeft de Gezondheidsraad zich gebogen over de vraag of omwonenden van landbouwpercelen gezondheidsrisico's lopen door toepassing van gewasbeschermingsmiddelen. Dat onderzoek heeft geleid tot het advies om een blootstellingsonderzoek uit te voeren. Dit blootstellingsonderzoek is inmiddels uitgevoerd. De resultaten van het verkennend gezondheidsonderzoek en het blootstellingsonderzoek van het RIVM zijn te vinden op: www.bestrijdingsmiddelen-omwonenden.nl
Voor vragen over gezondheid in relatie tot gewasbeschermingsmiddelen kunt u terecht bij GGD Drenthe. Bij de GGD kunt u informatie krijgen over de invloed van de omgeving op de gezondheid. Ook kan de GGD adviezen geven, bijvoorbeeld over hoe blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen kan worden beperkt. Als er veel dezelfde vragen en meldingen binnenkomen bij de GGD, dan heeft dit een signalerende rol. Deze signalen kunnen bijvoorbeeld worden meegenomen in beleidsadvisering of er kan worden gekeken naar nut en mogelijkheden van onderzoek.
Het is altijd aan te raden om gezondheidsklachten te bespreken met de huisarts.
Kijk voor informatie ook op https://ggdleefomgeving.nl/
Gewasbeschermingsmiddelen zijn veilig voor mens, dier en milieu als ze volgens voorschrift worden gebruikt. Telers mogen alleen middelen gebruiken, die voor hun gewas zijn toegelaten door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), een onafhankelijke instantie van de rijksoverheid. Bij de toelating van middelen door het Ctgb wordt gekeken naar risico’s voor mensen, milieu en omgeving. Daarbij wordt altijd een minimale veiligheidsfactor van 100 gebruikt om mensen ook in uitzonderlijke situaties te beschermen. Dat betekent dat zelfs 100 keer de toegestane hoeveelheid geen gevaar mag opleveren voor de gezondheid. Daarnaast gelden strenge eisen voor het toepassen van de middelen en de spuitapparatuur. Ook wordt er bij de toepassing van deze middelen op toe gezien dat deze alleen op het veld terecht komen en niet op een naastliggend perceel.
Bij het eten van groenten en fruit is het uit oogpunt van hygiëne overigens altijd verstandig om deze goed te wassen.
De Gezondheidsraad heeft zich gebogen over de vraag of omwonenden van landbouwpercelen gezondheidsrisico's lopen door toepassing van gewasbeschermingsmiddelen. Dat onderzoek heeft geleid tot het advies om een blootstellingsonderzoek uit te voeren. Dit blootstellingsonderzoek is inmiddels uitgevoerd. De resultaten van het verkennend gezondheidsonderzoek en het blootstellingsonderzoek van het RIVM zijn te vinden op: www.bestrijdingsmiddelen-omwonenden.nl
Het pakket aan toegelaten gewasbeschermingsmiddelen in de agrarische praktijk verschilt per land. Een beoordeling vindt altijd plaats op nationaal niveau van het betreffende land. Omdat Parkinson in Frankrijk is aangemerkt als beroepsziekte ligt de situatie met betrekking tot schadevergoedingen anders als in Nederland.
Klachten kunnen divers van aard zijn. De gemeente heeft een rol als het gaat om klachten van overlast. Hoewel de gemeente verantwoordelijk is voor de wet Publieke gezondheid is de gemeente hiervoor niet het juiste loket. De uitvoering heeft de gemeente uitbesteed aan de GGD. De wet Publieke gezondheid is niet bedoeld voor individuele gezondheidsklachten, maar ziet toe op de gezondheid van de bevolking en specifieke doelgroepen zoals jeugdigen. Voor algemene gezondheidsvragen kan een ieder terecht bij de GGD.
Wettelijk zijn eisen gesteld rondom het gebruik van spuitapparatuur, zoals de afstelling van de spuitdoppen, de hoogte van de spuitarm en het gebruik van kantdoppen, zodat verwaaiing wordt tegengegaan. In de huidige praktijk wordt veelal kort boven op het gewas gespoten, namelijk van 25 tot 50 centimeter hoogte.
Minerale oliën worden in de bollenteelt gebruikt om het gewas te beschermen tegen luisinfectie en zijn gangbare middelen in de biologische teelt.
Telers mogen grond- of oppervlaktewater onttrekken mits zij dit hebben gemeld of een vergunning hiervoor hebben aangevraagd. Onder bijzondere omstandigheden zoals extreme droogte of bij calamiteiten kondigt het waterschap een apart onttrekkingsverbod af. Als dit van toepassing is op de telers krijgen zij hiervan bericht van het waterschap.
Ja, dat is afhankelijk van het type middel en de toepassing. Bovendien worden ook voedingsstoffen toegediend door middel van spuiten waarbij beregening eveneens zinvol kan zijn.
Dat is afhankelijk van veel factoren zoals het soort middel, maar ook de hoeveelheid vocht, temperatuur en soort bodem. Hierop is geen eenduidig antwoord te geven.
Gewasbeschermingsmiddelen zijn zeer divers en beschermen de gewassen tegen ziektes, plagen en onkruiden. Doel van het gebruik is een goede oogst en voldoende voedsel. De consument verwacht dat de voedingsmiddelen die hij/zij koopt vers, van goede kwaliteit en vrij van schimmels en ziektes zijn. In de land- en tuinbouwsector is geïntegreerde gewasbescherming met als basis biodiversiteit belangrijk. Daarmee wordt ook rekening gehouden. Zo zijn er diverse gewasbeschermingsmiddelen, zowel chemisch als biologisch, die niet doden maar vooral afweren.
Met het Programma Duurzame Bollenteelt Drenthe wordt ingezet op weerbare plant- en teeltsystemen en het toepassen van zo min mogelijk chemische methoden met zo laag mogelijke emissies.
De consument bepaalt door zijn of haar koopgedrag wat wordt geteeld. Er is een grote vraag naar bloembollen voor huis en tuin. Daarbij is de bollenteelt een vrije teelt, net als andere teelten in de landbouw. De teler is vrij in de keuze van zijn/haar teelt.